Bij 4.1 en 4.2 kan je al meteen een goed verband zien. Want in 4.1 gaat het over snelheid en in 4.2 gaat het over versnellingen. Toch gaat het allebei over iets anders, ookal heeft het wel met elkaar te maken. 

Tussen 4.2 en 4.3  gaat het over versnellingen en een diagram van de afstand. Misschien denk je ''oh dat heeft niets met elkaar te maken, maar daar zit je fout. want je kan al meteen bij het begin van 4.3 zien dat het met elkaar te maken heeft. daar gaat het namelijk over een stroboscooptekening en ook over de snelheid van bijvoorbeeld een optrekkende moter. Het gaat dus weer over snelheid en versnellen.

 Tussen 4.3 en 4.4 is het misschien iets meer zoeken, maar alsnog is er een connectie. 4.4 gaat over kracht, hoe groter een kracht is hoe meer snelheid. 

Bij 4.4 en 4.5 is het verband al groter. 4.5 gaat namelijk over hefbomen. En wat heb je voor hefbomen nodig? Inderdaad, gewicht en kracht. Zo vallen paragraaf 4.4 en 4.5 dus ook weer goed samen. 

 

Een tip: leer het op volgorde. omdat het allemaal met elkaar te maken heeft kan het vorige paragraaf van toepassing zijn op de nieuwe